De Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskerk
Zie ook Magazines
Onderin de toren, het is nog de begane grond, is de doopkapel. Helemaal bovenin hangen de klokken. Daarvan kan er een met de hand geluid worden, er hangt een touw. Pastoor Mattie Jeukens wilde voor de foto nog wel een extra slagje doen. Verder zien we het hardstenen doopvont met randversiering en bronzen deksel.
Boven de doopkapel is een torenkamer. Daar wilde ik graag even kijken. De route gaat via de orgeltribune. Daar kunnen we meteen het hele schip overzien, een prachtige ruimte in mergel, hout en hardsteen. Het koor is van wit marmer.
Dan is er een smalle doorgang met trap. We passeren de ruimte tussen het gewelf van de narthex en het schuine dak aan de voorkant. De dakpannen zijn bolle pannen op holle pannen, ook wel monnik en non genoemd.
Ik wilde de ruimte boven de doopkapel graag zien.
Daar is een beeldengroep van de twaalf apostelen, twaalf keramieken. Een van de apostelen is Petrus, hij heeft twee sleutels. Een om de hemelpoort en een om de wereld te ontsluiten. De grote teen van zijn linkervoet is er af. Ik vermoed dat de beelden gemaakt zijn door Wim van Hoorn.
In het midden van de twaalf dit beeld van Maria met kind. Het is een Sedes sapientiae, Zetel der wijsheid: Maria zit op een troon en heeft haar kind op schoot. Jezus steekt twee vingers in de lucht, een zegenend gebaar.
Dan is er de statie van Pater Reinald Rats ofm (Udenhout, 1900-1979). Hij was beeldhouwer, graficus en tekenaar. Deze statie van gekleurd keramiek was oorspronkelijk voor de semenarie-kapel van de franciscanen in Venray en kwam terecht in de Sint-Guliëlmuskerk in Wittevrouwenveld. Bijzonder levendig gemaakt, sprekende beelden.
Tot slot richten we de blik naar boven. We zien hoe langs de muren een trap wentelt, de treden zijn aan een zijde ingemetseld. Halfzwevend noemt men dat. En we zien het touw van de luidklok door het plafond omhoog gaan. Daarboven hangen de drie klokken. Ik geloof het meteen, dan hoef ik niet te gaan kijken.
We kijken naar het plafond. Rechts zien we dat van het schip, links dat van de viering dat tussen schip en altaar ligt. Een grote boog van mergelblokken scheidt de twee delen. Helemaal links, buiten beeld, ligt de apsis.
Ik mocht boven kijken, tussen plafond en kap. De muur met de twee doorgangen zagen we beneden als de boog. We staan dus op de viering en zien achter de doorgangen de zolder van het schip. Prachtige houtconstructies, op ambachtelijke wijze met deuvels vastgezet. Op de vloer ligt plastic folie zodat er geen stof tussen de planken door naar beneden valt. Tegen de schuine kant zitten grote houten blokken. Daarin zitten haken die door het dak naar buiten komen. Voor als er op het dak gewerkt moet worden. Bij ieder raam staat een ladder. En er staan twee stoelen.
Dan een foto van boven de apsis. Onderaan het gewelf, de ronde muur en de kapconstructie.
Daar hangt een kruiswegstatie die wel bijzonder oogt. Ze blijkt van C. Alberdingk te zijn, zo staat er op de website van de kerk. Maar dat is natuurlijk niet genoeg, dus zocht ik naar meer informatie.
Haar naam is Clementine Alberdingk (Klosterneuburg, Oostenrijk, 1890-1966). Men noemde haar ook Tini. Ze was schilder, graficus en glazenier. Van 1908-1910 studeerde ze aan de Rijksacademie in Amsterdam maar daar moest ze wegens geldgebrek stoppen. Ze kwam in 1930 opnieuw naar Nederland en vond werk in de Kunstwerkplaatsen Cuypers & Co van Joseph Cuypers te Roermond. In 1937 ging ze terug naar Oostenrijk. De statie is rond 1935 gemaakt in het atelier van Cuypers, de schilderingen zijn gemaakt op hardboard.
Van nummer IV vind ik vooral de intense blik tussen moeder en zoon prachtig, net als de handen die elkaar zoeken om steun.
Haar kerkramen zijn te vinden in de Abdijkerk Rolduc in Kerkrade-Rolduc (1931), de Bernadettekerk in Abdissenbosch (1935) en in de Theresia/Carmelkapel in Heerlen (1936). Ook zijn er ramen in IJsselstein en Haarlem.