De Momus
Zie ook Magazines
Het is bijna de 11de van de 11de. En plotseling dacht ik aan Momus, de Griekse god van de hoon en de ongegronde kritiek, maar ook die van schrijvers en dichters. En aan z’n tempel. Jawel, die op het Vrijthof.
Want een tempel is het. Elf meter breed, elf pilaren en elf spiegels. Het was de bakermat van de Sociëteit Momus, de oprichting was in 1840. Kernactiviteiten waren carnaval te organiseren, ontspanning te bieden en liefdadigheid.
De eerste steen werd gelegd op 25 mei 1883, het 44ste Momusjaar, te zien op de ingemetselde eerste steen. Het plafond was zeer lange tijd bruin van de rook van sigaren en sigaretten. Onlangs begon men er wat aan te poetsen. Moet je zien wat een kleurenpracht er toen tevoorschijn kwam.
Aanvankelijk was het een grote zaal, maar op zeker moment werd er een extra verdieping ingebouwd. Gelukkig zijn de ornamenten verder intact gebleven. De inrichting is neobarok; de overdaad druipt er vanaf. Op de eerste verdieping is een prachtige zaal. Van daaruit kijkt men uit over het Vrijthof.
De Sociëteit had een grondwet. Het eerste artikel luidde: “Den ierste artikel, de ig ug verhaol: Verget tog noeyt, jongs, eus aw moyerstaol” (“Het eerste artikel dat ik u verhaal: Vergeet toch nooit, jongens, onze oude moedertaal”). Het leidde ertoe dat het Maastrichts volop in de belangstelling kwam te staan met verhalen, toneelstukken en liederen in het dialect.