Levrier2-1

Grande Maison du Levrier & de l’Aigle Noir

Het gebouw ligt aan de Boschstraat, achter een hek want er wordt al een tijd druk verbouwd. Het was een 19de eeuws hotel van grote allure, dat ooit bestond uit hotel de Levrier (de Windhond) en hotel de l’Aigle Noir (de Zwarte Arend).

Het is een monumentaal complex met binnen een prachtige trappartij. Vanwege de verbouwing is de luxe nu verpakt in spaanplaat, plastic en stof, maar de luie trap laat de grandeur van toen nog zien. Die zien we ook aan sommige plafonds met fraai stucwerk. Op verschillende plaatsen versieringen van gekleurde festoenen en sierlijk behang. En tegelwerk in boeiende patronen.

Volgend jaar is het hele complex klaar en dan is het een vijfsterrenhotel.

Kijk die gietijzeren kachel eens, wat een juweeltje. Die staat in een halfronde nis van geschilderd marmer en kleurig houtwerk er omheen. Ergens anders is een schouw met daarboven een reliëf van Drie Gratiën en een engel onder een boom. De schoorsteenmantel is van marmer met randversiering van slingers, vogeltjes en vruchten.

Dan is er een schoorsteenmantel met marmeren bovenstuk dat een gordijn voorstelt. Inclusief koorden en kwasten. Wat zou er onder de boog hebben gestaan? En ook nog een met een reliëf van een levrier, een windhond. Wat een rijkdom, het moest op alle mogelijke manieren indruk maken. Wel afgezien van de rommel in verband met de verbouwing, natuurlijk.

Supraportes zijn versieringen boven deuren. Vaak zijn het reliëfs, maar hier zijn het schilderingen. Aan weerskanten van de schildering is een halfzuil met kapitelen van acanthusbladeren. De schilderingen zijn vlak en egaal van kleur op de achtergrond, maar zeer gedetailleerd waar dat nodig is.

Natuurlijk zien we hazewindhonden. Maar ook taferelen van oogst en van jacht. De details zijn werkelijk prachtig, al loopt er hier en daar een kabel door het beeld. Tja, er wordt tenslotte verbouwd.

In de hal, die hier natuurlijk vestibule genoemd wordt, staan pilaren waar niks over te zeggen valt, omdat ze volledig zijn ingepakt wegens de verbouwing. Maar wat bij binnenkomst meteen opvalt zijn de zes tegeltableaus. Vier vierkante en twee panorama’s. Ze zijn van rond 1900 uit een atelier in Hasselt. Ze bevatten landschappen die niks Limburgs hebben en die zelfs een beetje kinderlijk aandoen. Maar kijk eens naar het tafereel met de zwanen en dan vooral naar de waterlelies. Jugendstil.

Onderlangs de tableaus loopt een bies van tegeltjes met florale motieven. Een gestileerd blad met lila bloemen. Kijk eens hoe dat blad doorloopt op de vorige en de op volgende tegel. Het geheel is afgezet met bruine biezen. Oh, was de verbouwing maar vast klaar…