Het Stadhuis
Zie ook Magazines
Het is gebouwd door Pieter Post, sinds 1664 is het in gebruik. Als je door het gebouw loopt, zie je de eeuwen aan je voorbij trekken. Interieurs en meubels in allerlei stijlen. Je mag het een rariteitenkabinet noemen, als je dan maar niet vergeet het ook een museum te noemen.
We zien het Plein (de hal) vanaf de tweede etage. Vrijwel alle deuren zijn van de kamers van de wethouders en de burgemeester. Maastricht was van 1204 tot 1794 een condominium, een stad die door twee heren bestuurd werd. De linkerkant van het Plein was voor de Luikse heren, de rechterkant voor de Brabantse.
Die deuren zijn supraportes. Supra betekent boven; een versiering boven een deur. In dit geval stucwerk. Dit is een wethouderskamer aan Brabantse zijde. In het medaillon zien we het wapen van Brabant.
Dit is het interieur van de burgemeesterskamer. Het behang is van goudleer, leer met figuren van bladzilver afgedekt met goudvernis. Het plafond is gestuct door Tomaso Vasalli rond 1735.
In de loop van de eeuwen heeft men veel aandacht besteed aan de aankleding van het gebouw. Wandbekleding, plafonds, vloeren, ramen, meubels, op allerlei plaatsen ziet het er rijk en smaakvol uit.
Rond 1789 was Petrus Gagini in Maastricht. Hij kwam uit Zwitserland en was stukadoor. Of iets nauwkeuriger: een sierstucwerker.
Naast de burgemeesterskamer ligt de Gaginikamer (ofwel: kleine wethouderskamer aan Brabantse zijde). Daar zit stucwerk aan de muur, maar dat kwam van elders. Een woonhuis in de Capucijnenstraat 114 werd in 1922 gesloopt. Het stucwerk werd overgebracht en enigszins verkleind gemonteerd in het stadhuis. Dit is een van de panelen. In het midden zit een bedelaar op de trappen. Het figuurtje links is op de vlucht voor de woede van de dame (godin?) rechts. Wat fantastisch uigebeeld met zo’n bliksemflits. De handtekening van Gagini staat linksonder. Het betekent Gagini Bedacht en Boetseerde dit in 1789.
Verder nog enkele gestucte plafonds. Die zijn van Mathias Soiron, een Maastrichtse architect, tuinarchitect, decorateur en meubelontwerper. Hij werkte veel samen met Gagini.
Ik raak altijd in de ban van zulk vakmanschap, ik blijf er naar kijken: fantastisch!
We kijken even naar het huisraad.
In de Raadszaal op de tweede verdieping staat deze stoel. Met leuningen. Die is van de burgemeester.
Een kast met 18 tinnen stadskannen uit ongeveer 1700. Er zijn twee kasten naast elkaar.
Een staande klok, rijkelijk versierd, tegen een wandtapijt met stoeiende honden. En een detail van de voorkant van de klok.
Een schitterende gietijzeren kachel.
Het is voor het bestuur, de politiek en vooral de democratie van het grootste belang de blik naar buiten te richten. Op naar de ramen dus.
Markt aan de zuidzijde van het stadhuis. Vanuit de raadszaal. In de onderste vensters staan, in een rechthoek, de namen van raadsleden. En vaak, in vierkanten, stadsgezichtjes.
En in heel veel ramen zijn wethouders en burgemeesters vermeld. En altijd klein en bescheiden. Alsof ze de dienende taak willen benadrukken. Behalve deze van tegenwoordig, die schreeuwen wel heel erg om aandacht: “Kijk mij”, terwijl hun rol echt niet groter was dan die van hun voorgangers.
Markt aan de westkant met het balkon van het stadhuis.
Een deur met bovenlicht op de begane grond. Leuk zo, met die vitrage:-)