Wat een fraai gezicht op Maastricht. Getekend door Ed. Sobels in 1826.
(Klik om te vergroten) We zien op de voorgrond een boot. Op de achterplecht zit iemand, op de voorplecht ook. We zien geen zeil, er wordt niet geroeid en ook niet geboomd zoals de andere schippers doen. Hoe gaat die schuit dan vooruit?
(Klik om te vergroten) We zien op de voorgrond een boot. Op de achterplecht zit iemand, op de voorplecht ook. We zien geen zeil, er wordt niet geroeid en ook niet geboomd zoals de andere schippers doen. Hoe gaat die schuit dan vooruit?
Het heet stevelen. Het meedrijven op de stroom. Maar niet met dezelfde snelheid, de boot gaat sneller. Dat komt omdat de stroming van de rivier wordt afgeremd. Aan de oevers en ook op de bodem. In het midden stroomt het wel snel, maar toch trager vanwege wrijving. De boot gaat door de zwaartekracht wel vrijwel met volle snelheid. En juist door dat verschil is de boot bestuurbaar, met een groot roer. En aan de vlaggen te zien, helpt de wind een handje mee. De terugvaart moest gezeild, geboomd, geroeid of gejaagd.
Door het drukke scheepvaartverkeer van tegenwoordig is stevelen niet meer toegestaan. Het manoeuvreren gaat te traag, de risico’s zijn te groot.
Ed. Sobels (1826), Public domain, via Wikimedia Commons